Bijenboekje voor de Beginnende Imker.
1 De wereld van de imker
2 Het leven van de bij
3 De bijenkast en materialen
4 Werkhygiëne: zorg voor bijen en materiaal
5 Verzorging van de bijen
6 Onverwachte situaties
7 Jaarplanning voor beginnende imkers
8 Oogsten van honing
9 Praktische tips voor beginnende imkers
10 Waar verder te leren
Hoofdstuk 1
De wereld van de imker
Een eerste kennismaking
Welkom bij het prachtige avontuur van het bijenhouden.
Of je nu al jaren in de tuin werkt of gewoon nieuwsgierig bent naar dat zachte gezoem in de zomer – imkeren opent een wereld vol leven, ritme en samenwerking.
Bijen zijn bijzondere dieren. Ze werken niet voor zichzelf, maar voor het geheel. Elke bij heeft een taak, elk moment in haar korte leven. Als imker mag jij daar deel van uitmaken – niet als baas, maar als verzorger en leerling. De bijen leren je minstens zoveel als jij hen.
Meer dan honing alleen
Veel mensen denken bij imkeren meteen aan potten honing. Natuurlijk is honing een prachtige beloning, maar het is niet het doel. Wie imkert, zorgt eerst en vooral voor gezonde bijen. De honing die ze je schenken is een teken dat ze goed hebben kunnen leven in de omgeving die jij voor hen hebt gecreëerd.
De verantwoordelijkheid
Een bijenvolk bestaat uit tienduizenden levende wezens. Zij rekenen op jou voor ruimte, bescherming, voedsel en gezondheid. Regelmatige controle is belangrijk, maar rust ook. Een goede imker weet wanneer hij moet handelen – en wanneer niet.
Imkeren vraagt tijd, maar niet je hele week. In het voorjaar en de zomer kijk je wekelijks, in de herfst minder vaak, en in de winter alleen van buiten. Een beginnende imker met één volk besteedt gemiddeld twee tot vier uur per week. Wat je ervoor terugkrijgt is rust, kennis en een diepere band met de natuur.
De eerste stappen
Om te beginnen heb je nodig:
Een bijenkast (bijv. Simplex).
Beschermkleding en een roker.
Een kastbeitel en ramen met kunstraat.
En vooral: nieuwsgierigheid en geduld.
Volg een basiscursus, lees, observeer en leer. Hoe beter je kijkt, hoe beter je zorgt.
Een dier om respectvol mee om te gaan
Bijen zijn geen huisdieren maar wilde dieren. Jij mag hun leefwereld tijdelijk begeleiden. Ze voelen jouw houding: wie rustig en netjes werkt, mag vaak zonder problemen meekijken in het hart van het volk.
Tot slot
Imkeren begint niet bij de kast, maar bij verwondering. Het gaat niet alleen om honing, maar om evenwicht en respect voor de natuur. Dit boekje neemt je stap voor stap mee in dat avontuur.
Hoofdstuk 2
Het leven van de bij
De samenleving van een volk
Een bijenvolk is één levend organisme dat werkt als een goed geoliede machine. Elke bij weet wat ze moet doen – zonder dat iemand de leiding heeft.
De koningin
De moeder van het volk. Ze legt in het hoogseizoen wel 2 000 eitjes per dag. Haar geurstof houdt het volk rustig en verenigd.
De werksters
Allemaal vrouwtjes, maar niet vruchtbaar. Ze doen al het werk: schoonmaken, voeren, bouwen, waken en voedsel halen. In de zomer leven ze maar zes weken; in de winter enkele maanden.
De darren
De mannetjesbijen. Hun taak is één moment: het bevruchten van een jonge koningin. Daarna sterven ze, of worden in de herfst uit de kast gezet.
De seizoenscyclus
Voorjaar: groei en broedopbouw.
Zomer: maximale activiteit en zwermtijd.
Najaar: krimp en voorbereiden op winter.
Winter: rust in de tros; bijen houden elkaar warm.
Communicatie
Bijen gebruiken geuren en dansen. De beroemde waggeldans vertelt waar nectar te vinden is. Alles draait om samenwerking en balans.
Hoofdstuk 3
De bijenkast en materialen
Een goede kast is het huis van het volk. Ze biedt beschutting, ruimte en structuur.
Opbouw van de kast
Een typische Simplex-kast bestaat uit:
Bodem: met varroarooster voor ventilatie.
Broedkamer: het hart van de kolonie.
Honingkamers: voor opslag van honing.
Moerrooster: houdt de koningin beneden.
Dekplank en dak: bescherming tegen regen en kou.
Elke kamer bevat houten ramen met kunstraat waar de bijen hun raten bouwen.
Materiaal van de imker
Je basisuitrusting
Imkerpak, sluier en handschoenen.
Roker en kastbeitel.
Bijenborstel, voederbak, notitieboek.
De standplaats
Een rustige, zonnige plek met windbescherming. Richt de vliegopening op het zuidoosten. Houd ruimte om te werken.
Een nette kastopstelling is niet alleen praktisch maar ook hygiënisch.
Hoofdstuk 4
Werkhygiëne: zorg voor bijen en materiaal
Hygiëne is de basis van gezond imkeren.
Een bijenvolk leeft warm en vochtig; dat maakt het gevoelig voor besmetting.
De natuurlijke hygiëne van de bij
Bijen poetsen hun cellen, verwijderen vuil en dichten openingen met propolis. Jij kunt helpen door netjes te werken:
Werk met schone handen en gereedschap.
Laat geen restjes in de kast.
Hang nooit vuile of beschimmelde ramen terug.
Kast- en materiaalhygiëne
Gebruik onderdelen per kast en verwissel ze niet tussen volken. Elk volk krijgt zijn eigen bodem, honingkamer en dekplank. Reinig gereedschap tussen kasten met soda of vuur.
Reinigen en vervangen
Houten delen schoonschrapen en afbranden.
Oude zwarte raten geleidelijk vervangen.
Verse kunstraat gebruiken van betrouwbare herkomst.
Hygiëne is geen bijzaak: het bepaalt of je bijen gezond blijven.
Hoofdstuk 5
Verzorging van de bijen
Bijen redden zichzelf als de omstandigheden goed zijn. Jouw rol is die omstandigheden te bewaken.
Regelmatig controleren
In het voorjaar elke 7–10 dagen, in de zomer wat minder vaak, in de winter alleen van buiten. Let op:
Broed: gesloten cellen, eitjes, larven.
Voedsel: honing en stuifmeel aanwezig.
Activiteit: zijn de bijen levendig?
Ziekte: afwijkingen of dode larven?
Voeding
Bijvoeren kan nodig zijn bij voedselschaarste:
Voorjaar: suikerwater 1:1.
Najaar: suikerwater 3:2 of kant-en-klaar wintervoer.
Laat altijd voldoende eigen honing achter (min. 15 kg).
Gedrag en rust
Werk rustig, zonder parfum, en gebruik rook met mate. Elke onnodige verstoring kost energie. Respecteer hun ritme.
Hoofdstuk 6
Onverwachte situaties
Geen enkel bijenjaar is hetzelfde.
Soms doen de bijen iets dat je niet begrijpt – dat hoort erbij.
Zwermen
Een natuurlijk proces waarbij een deel van het volk vertrekt met een nieuwe koningin. Geef tijdig ruimte en verwijder zwermdoppen om dit te beperken.
Geen koningin te zien
Kijk of er eitjes zijn; dan is ze aanwezig. Geen eitjes betekent mogelijk moerloos. Wacht even of vraag hulp.
Roverij en wespen
Veel onrust bij de ingang? Verklein de vliegopening en werk schoon.
Rare raatbouw
Oorzaken: te weinig ruimte, slechte kunstraat of moerloosheid. Herstel rustig en geef structuur.
Rust bewaren is het halve werk – paniek helpt nooit.
Hoofdstuk 7
Jaarplanning voor beginnende imkers
Imkeren loopt mee met de seizoenen.
Voorjaar (maart-april)
Controle op broed en voedsel.
Indien nodig bijvoeren.
Kast opschonen en uitbreiden.
Zomer (mei-augustus)
Controle op zwermdrift.
Honingkamers plaatsen en oogsten.
Varroabestrijding volgen.
Najaar (september-oktober)
Inwinteren: voer bij tot 15 kg voorraad.
Kast beschermen tegen kou en vocht.
Winter (november-februari)
Alleen visuele controle van buitenaf.
Materiaal schoonmaken en plannen maken.
Een vaste routine geeft rust en overzicht.
Hoofdstuk 8
Oogsten van honing
De beloning van een goed jaar, maar altijd met respect voor het volk.
Wanneer oogsten
Wanneer de honing voor 80 % is afgedekt met was. Dat betekent dat ze rijp is.
Hygiënisch werken
Haal ramen uit de kast en plaats ze direct in een afgesloten honingbak.
Werk in een schone, droge ruimte.
Gebruik schoon gereedschap.
Laat bijen nooit aan open honing likken buiten de kast.
Ramen teruggeven
Na het slingeren de lege ramen weer terughangen zodat de bijen ze kunnen schoonlikken. Zo blijven ze schoon en klaar voor hergebruik.
Respect voor hun werk
Eén pot honing staat gelijk aan duizenden vluchten. Oogst nooit alles; laat genoeg voor de winter.
Hoofdstuk 9
Praktische tips voor beginnende imkers
Begin met één volk en leer observeren.
Noteer wat je ziet en doet.
Vraag hulp bij ervaren imkers of verenigingen.
Blijf lezen en volgen: elk seizoen leer je bij.
Werk netjes en rustig; dat is veiliger en prettiger.
Vergeet niet te genieten – het geluid van bijen is pure rust.
Imkeren is leren kijken. Elke kast vertelt haar eigen verhaal.
Hoofdstuk 10
Waar verder te leren
Boeken
Imkeren voor Beginners – overzichtelijk handboek.
De Bijenhouderij – verdieping in biologie en praktijk.
Verenigingen
Sluit je aan bij een lokale imkervereniging voor cursussen en hulp.
Online leren
www.bijenhouders.nl
(NBV)
YouTube-kanalen van ervaren imkers
Online fora en groepen voor vragen en ervaringen
Slotwoord
Imkeren is een reis, geen eindpunt. Je leert de seizoenen lezen, de stilte waarderen en de natuur beter begrijpen.
Werk met liefde, geduld en respect – dan krijg je van de bijen meer terug dan honing alleen.
Robbies Moestuin – met zorg voor bij, mens en natuur.