Hoe start je een moestuin.
Het starten van een moestuin kan een leuke en leerzame ervaring zijn!
Voor je begint leest je goed in en koop een moestuinboek. Tip van mij! Houd deze altijd bij de hand als je op de moestuin bent en je geen telefoon bij je hebt.
Hier is een stapsgewijze handleiding om je weg te helpen:
Kies de juiste locatie:
Zoek een plek in je tuin die tien minste 6 uur zonlicht per dag krijgt. En die vrij is van bomen en struiken die niks met de moestuin te maken hebben. Kijk ook of je toegang hebt tot water.
Je kan ook een vertikalen moestuin maken tegen een muur of schutting dit kan ook op je balkon.
Bereid de grond voor:
Spitten
Verwijder gras, onkruid en grote stenen van het gebied waar je moestuin wilt maken. Spit met een spade de grond om tot een diepte van ongeveer 20-30 centimeter. Meng er organisch materiaal zoals compost of goed verteerde mest door om de voedingswaarde van je grond te verhogen.
De No Dig-methode
De No Dig-methode, oftewel niet spitten, is een natuurlijke manier van tuinieren waarbij je de bodem met rust laat. In plaats van te spitten, breng je elk jaar een laag compost aan bovenop de grond. Hierdoor blijven het bodemleven en de structuur intact, wat zorgt voor gezondere planten en minder onkruid.
Voordelen:
Betere bodemstructuur en meer bodemleven.
Minder onkruid en dus minder werk
Geen dure machines of zware arbeid nodig
Ideaal voor moestuinen en kleine tuinen
Hoe werkt de No Dig-methode?
Bij No Dig graaf je niet in de grond, maar werk je opbouwend. Zo doe je het stap voor stap:
Bodem bedekken
Heb je gras, onkruid of kale grond? Bedek die eerst met een laag karton (zonder plastic of tape). Dit blokkeert licht en onderdrukt onkruidgroei.
Compostlaag aanbrengen
Leg bovenop het karton een dikke laag compost van 5–10 cm. Dit wordt de vruchtbare toplaag waarin je direct kunt zaaien of planten.
Niet spitten, wel aanvullen
Je spit de bodem niet om. Elk jaar voeg je gewoon opnieuw een laag compost toe. Zo blijft de bodem bedekt, luchtig én voedzaam.
Tuinieren maar!
Je kunt direct planten in de compostlaag. Het bodemleven (zoals wormen) trekt de voedingsstoffen vanzelf dieper de grond in.
Kies je gewassen:
Denk na over welke groenten, fruit of kruiden je wilt verbouwen. En wat je ermee wil gaan doen, je hebt niks aan een heleboel witte kolen als je er geen zuurkool van maakt. Maak een eetlijst met je favoriete groenten en verwerk dat in je zaaiplan voor je begint met zaaien. Begin met gemakkelijk te groeien groentes zoals sla, tomaten, ui en wortelen. Maar denk ook aan kruiden zoals basilicum en peterselie. En vergeet het fruit niet zoals aardbeien, rode bessen, bramen, appels en kersen. Kijk hiervoor in de bibliotheek.
Zaaien van planten:
Maak een eet en zaaiplan voor dat je zaden in de grond stopt. Op deze manier haal je het maximale uit je moestuin of kweekbak. Lees de instructies op de plantverpakkingen voor specifieke aanbevelingen over zaaidiepte en plantafstand. Zaai de zaden of plant de zaailingen volgens de instructies die kunt vinden in de bibliotheek. Zorg ervoor dat je voldoende ruimte laat tussen de planten zodat ze goed kunnen groeien. en dat je er zelf makkelijk bij kunt met de schoffel. Een afstand van 30 bij 30 is vaak genoeg.
Geef water:
Geef je moestuin water wanneer nodig, vooral tijdens droge periodes. Geef water in de ochtend of avond maar nooit midden op de dag. Houd zaaibedden vochtig tot de zaden zijn ontkiemt. Planten in potten hebben ook meer water nodig dan planten in de vaste grond omdat ze in de pot sneller drogen. Planten die bloeien of vruchten afzetten hebben ook meer water nodig. Hier voor kun je een gieter gebruiken maar er zijn natuurlijk ook andere mogelijk heden.
Gebruik het juiste gereedschap
van goede kwaliteit zoals een spade, handschoffel, schoffel,
bolle planter, handschoenen, gieter enz.